Indien een eigenaar van een pand in Twenterand aantoonbaar kan maken dat hij of zij gedurende lange tijd alles in het werk heeft gesteld zijn pand, of een gedeelte van zijn pand, te verhuren conform de geldende bestemming en hier tijd, moeite en geld in heeft geïnvesteerd, moet er toch een moment komen dat een wijziging van de bestemming bespreekbaar zou moeten worden als blijkt dat verhuren niet lukt? De realiteit zou hier dan toch een rol in moeten gaan spelen want op een gegeven moment is toch duidelijk dat er werkelijk sprake is van een onverhuurbare situatie. Dat een eigenaar door het feit dat de locatie niet verhuurd kan worden financieel schade leidt mag voor de gemeente dan wel geen rol spelen, maar de realiteit van een onverhuurbare situatie kan en mag de gemeente toch ook niet zomaar naast zich neer leggen? Dat ‘de tijden veranderen’ geeft de gemeente overigens zelf ook aan.
Schriftelijke ingediende vraag:
De VVD stelde deze schriftelijke vraag natuurlijk niet zomaar, deze situatie komt regelmatig voor en het is dus een vraag die gebaseerd is op de praktijk. Als een eigenaar werkelijk alles in het werk heeft gesteld en marktconforme voorwaarden hanteert, zou je toch zeggen dat er ergens een moment moet komen dat de gemeente bereid moet zijn om mee te denken of er mogelijkheden zijn, waaronder een bestemmingswijziging, waardoor deze locatie wel kan worden verhuurd? De VVD, maar ook de eigenaren van panden die hiermee te maken hebben, zijn benieuwd naar het antwoord van de gemeente. Komt zo'n moment er en als dit er komt na welke termijn wordt dit dan voor de gemeente bespreekbaar?
Ter verduidelijking van de VVD mag de gemeente in dit geval in jaren denken en hoeft het niet in maanden. De VVD gaat er van uit dat er op basis van argumenten een duidelijke beantwoording komt op de door haar gestelde vraag, waarbij het bieden van maatwerk zeker een optie kan zijn.